Tijdens de Tweede Wereldoorlog vond er een immense kunstroof plaats. De nazi’s versleepten schilderijen van Memling, Van der Weyden, Brueghel, Jordaens en Cranach vanuit België naar Duitsland om ambitieuze collecties op te zetten.
Na 8 jaar onderzoek legt Geert Sels de puzzelstukken bij elkaar die hij aantrof in archieven in Parijs, Den Haag, Koblenz en de grootste Belgische steden. Met doorgedreven speurwerk brengt hij de trajecten in kaart waarlangs de kunst werd weggehaald. Hij stelt vast dat verzamelaars, handelaars en veilinghuizen zonder veel terughoudendheid meegingen in de kunstverwerving van de nazi's.